Beer advocaten

Aurélie van Dijk

Advocaat

‘Tijdens mijn studie heb ik stage gelopen bij een advocatenkantoor in Sydney waar ik kennis maakte met personenschade. Het menselijke aspect daarvan is mij blijven boeien. Mijn kracht is dat ik denk in oplossingen. Ik blijf de grenzen van het recht opzoeken. Het verdriet van cliënten kan ik niet wegnemen, maar gelukkig kan ik mij inzetten voor datgene waar het slachtoffer recht op heeft.’

Studie

Universiteit Utrecht,
afgestudeerd in 2010

Advocaat sinds

2010

Lidmaatschappen

WAA, VJPP, PEOPIL

Nevenfuncties

Secretary PEOPIL Young Lawyer’s Group

Docent OSR juridische opleidingen en SDU juridische opleidingen

Rechtsgebiedenregister

Aurélie van Dijk heeft in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten het rechtsgebied 'letselschaderecht' geregistreerd.

Op grond van deze registratie is zij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.

BEM-rekening minderjarige en een bijstandsuitkering

20 oktober 2020 | Aurélie van Dijk

Schadevergoedingen bestemd voor een minderjarige dienen op een zogeheten BEM-rekening (Beheer Eigen vermogen Minderjarigen) te worden gestort. De clausule op deze rekening zorgt ervoor dat ouders/verzorgers geen bedragen kunnen opnemen zonder toestemming van de kantonrechter. Op het moment dat het kind meerderjarig wordt, komt de clausule te vervallen.

De beschermingsgedachte achter een dergelijke clausule behoeft geen uitleg, maar de BEM-clausule kan in sommige situaties wel voor problemen zorgen, ook in onze letselschadepraktijk, waar kinderen een schadevergoeding, bijvoorbeeld voor smartengeld, hebben ontvangen.

Een voorbeeld hiervan is de situatie waarin ouders een bijstandsuitkering ontvangen. In dat geval kan het voorkomen dat de gemeente zich op het standpunt stelt dat het meerdere boven de vermogensgrens of boven de vrijstelling ten behoeve van het smartengeld van de kinderen met de bijstandsuitkering dient te worden verrekend. Oftewel; het vermogen van de minderjarige dient te worden opgenomen van de BEM-rekening voordat een verder recht op bijstand bestaat. Voor meer informatie over smartengeldvergoedingen en bijstandsuitkeringen zie het eerdere blog van Mildred Brun.

Onderhoudsverplichting

Een gemeente kan in het geval van een bijstandsuitkering stellen dat de minderjarige – als het vermogen boven de vermogensgrens ligt – een onderhoudsverplichting heeft ten opzichte van de ouder(s). In de Participatiewet is immers neergelegd dat het vermogen van een minderjarige tot de middelen van het gezin wordt gerekend als het daarover redelijkerwijs kan beschikken. Daarbij is in artikel 1:392 lid 1 BW een onderhoudsverplichting neergelegd. Deze verplichting geldt ook voor minderjarige kinderen ten opzichte van hun ouders, zolang de ouder behoeftig is (lid 2) en er geen (voormalig) onderhoudsplichtige partner is (lid 3). Uit de jurisprudentie volgt dat deze onderhoudsplicht van minderjarigen zeer omstreden is. Desondanks weerhoudt dit gemeenten er niet van hierop een beroep te doen. Uiteraard dient ook in dergelijke situaties toestemming van de kantonrechter te worden gevraagd.

Minimaal vermogen minderjarige

Recentelijk is deze kwestie opnieuw voorgelegd aan de kantonrechter (ECLI:NL:RBNHO:2020:6880). In deze zaak hebben twee minderjarige kinderen een bedrag van € 10.000 per kind ontvangen vanuit een erfenis van hun vader. Deze bedragen zijn op een BEM-rekening gestort. De moeder leeft van een salaris onder bijstandsniveau, zodat zij een aanvullende bijstandsuitkering heeft aangevraagd. De gemeente meent echter dat de erfenis van de kinderen eerst opgesoupeerd dient te worden, voordat er recht is op een uitkering. Hierdoor werd de moeder gedwongen de kantonrechter te verzoeken de BEM-clausule op te heffen om de erfenis van de kinderen te kunnen gebruiken voor het levensonderhoud van het gezin. De kantonrechter verwijst in zijn uitspraak van 24 juni 2020 naar de onderhoudsverplichting van artikel 1:392 lid 1 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter kan deze verplichting echter niet zover gaan dat minderjarige kinderen verplicht worden hun volledige vermogen aan te wenden voor het onderhoud van hun ouder(s). De kantonrechter acht het noodzakelijk en wenselijk dat een minderjarige in ieder geval minimaal een bedrag van € 30.000 op een rekening met een BEM-clausule overhoudt, voordat er mogelijk kan worden overgegaan tot opheffing van de BEM-clausule voor het doel zoals hierboven beschreven.

Bij bepaling van het bedrag is aansluiting gezocht bij de vermogensgrens van de huurtoeslag, alsook bij de aanbevelingen voor schenkingen in het geval van meerderjarigenbewind.

Vruchtgenot renteopbrengst

Hoewel het voor ouders niet mogelijk is zonder toestemming bedragen op te nemen van de BEM-rekening hebben zij – op basis van artikel 1:253l BW – wél het vruchtgenot van het vermogen van de minderjarige. Dit wil zeggen dat de renteopbrengst zonder toestemming van de kantonrechter kan worden opgenomen en worden gebruikt voor de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. Als sprake is van een bijstandsuitkering zal de opname uiteraard wel bij de gemeente moeten worden gemeld.

Amsterdam, 22 oktober 2020

Heeft u vragen over dit blog, dan kunt u contact opnemen met de auteur, Aurélie van Dijk.