Beer advocaten

27.03.2018 | Schietdrama Alphen aan den Rijn

6 mensen zijn overleden en 16 mensen raakten gewond doordat Tristan van der Vlis op 9 april 2011 op hen schoot in het winkelcentrum De Ridderhof (Alphen aan den Rijn). Van der Vlis kon legaal over vuurwapens beschikken, omdat aan hem kort van tevoren door de politieregio Hollands Midden een wapenvergunning was verleend.

Beer advocaten is voor nabestaanden en slachtoffers een procedure gestart bij de Rechtbank Den Haag. Daarbij is de rechter verzocht te oordelen dat de politie aansprakelijk is voor de gevolgen van het wapengebruik van Van der Vlis. De Rechtbank Den Haag heeft op 4 februari 2015 vonnis gewezen. Hoewel de politie volgens de rechtbank onrechtmatig heeft gehandeld door het verstrekken van een wapenvergunning, wordt zij niet aansprakelijk geacht voor de schade van de slachtoffers van de schietpartij. Voor meer informatie zie hier het geanonimiseerde vonnis met toelichting. Namens de slachtoffers en nabestaanden is hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis. Op 4 december 2017 vond het pleidooi in hoger beroep plaats.

Op 27 maart 2018 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan. Het hof heeft de slachtoffers en nabestaanden in het gelijk gesteld en de politie veroordeeld tot vergoeding van de materiële en immateriële schade als gevolg van de schietpartij met het vuurwapen van Tristan van der Vlis. Het hof acht de politie aansprakelijk omdat een wapenvergunning aan Tristan van der Vlis werd verstrekt ondanks de psychische problemen die hij had.

Op verzoek van diverse nabestaanden en slachtoffers voert Beer advocaten ook een procedure tegen de Staat der Nederlanden. Inzet van de procedure is het verkrijgen van het over Van der Vlis opgestelde rapport van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Dit rapport geeft inzicht in de psychische gesteldheid van Van der Vlis, waardoor aan hem geen wapenvergunning had mogen worden verleend. Inmiddels heeft advocaat-generaal Langemeijer een advies uitgebracht aan de Hoge Raad. Daarin geeft hij aan dat het hof te strenge criteria heeft gebruikt bij het afwijzen van het inzageverzoek van de slachtoffers en nabestaanden in het psychiatrisch rapport van Tristan van der Vlis. Bij arrest van 10 juli 2015 heeft de Hoge Raad de advocaat-generaal gevolgd in zijn conclusie en geoordeeld dat het Hof Amsterdam zal moeten beoordelen of het NIFP-rapport aan de nabestaanden en slachtoffers moet worden verstrekt.

Verder ontdekte Beer advocaten dat Van der Vlis een aansprakelijkheidsverzekering had afgesloten. De verzekeraar bleek bereid het totale verzekerde bedrag van € 454.000 te willen uitkeren aan alle slachtoffers en nabestaanden die Van der Vlis heeft gemaakt. De kantonrechter te Gouda heeft in april 2014 een vereffenaar benoemd van de nalatenschap van Van der Vlis, waartoe het verzekerde bedrag behoort. De vereffenaar heeft een jaar later geadviseerd over de verdeling van het verzekerde bedrag van de aansprakelijkheidsverzekering onder de rechthebbenden. Op basis daarvan hebben de slachtoffers en nabestaanden het hun toekomende deel van het verzekerde bedrag in juli 2015 ontvangen.

Beer advocaten begeleidt een aantal van de nabestaanden en slachtoffers bij het proces rondom aansprakelijkheid en schadevergoeding. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met John Beer of Christa Wijnakker; zij zijn ook bereikbaar op telefoonnummer +31206732199.

Voor meer actualiteiten, zie nieuwsberichten en Beer advocaten op Twitter.